Het is 1 april 1888 en Rotterdam is een stad in opkomst. De aanleg van de Nieuwe Waterweg enkele decennia eerder had de vrije toegang tot de zee voor de toekomst veilig gesteld. En die toekomst zag er rooskleurig uit. De wereld wilde handel drijven en Rotterdam bood de mogelijkheid daartoe. Transport, industrie, alles ging omhoog. En Rotterdam zat er middenin.
Opbloeiende stad
In deze opbloeiende stad kwamen op Paaszondag rond het middaguur acht schooljongens – tussen de 13 en 15 jaar oud – bijeen in de tuin van de ouders van Jacobus Harteveld Hoos, aan het Oostvestplein 11 in het oostelijk centrum van de stad. De namen van de zeven andere jongens zijn Hendrik Dupont, Hendrik Cokart, Boudewijn Visser, Guus Laverge, Hans Claus, Ceen van den Ende en Jan Vogel.
Cricket
Deze acht jongens richten een nieuwe sportvereniging op, een cricketclub, de “Rotterdamsche Cricketclub Sparta”. Een paar weken later brengt een van de vaders een voetbal mee terug van een reis naar Engeland. De jongens zijn zo enthousiast dat de club de “Rotterdamsche Cricket- en Footballclub Sparta” wordt.
Wat is er sindsdien gebeurd waardoor we ons die paaszondag 135 jaar later herinneren? Die jongens die toen samen in een Rotterdamse tuin zaten?
Die jongens richtten een club op die de pionier werd van de populairste sport in Nederland.
Het was een spannende tijd: voetbal was nieuw en begon de wereld te veroveren. Overal werden nieuwe clubs opgericht, ook hier in Rotterdam: Concordia, Rapiditas, Victoria of Olympia. Er waren nog geen competities of verenigingen. Alles moest worden uitgevonden en uitgeprobeerd.
Sparta voorloper
Sparta liep voorop in dit begin. Sparta organiseerde toernooien, competities en verenigingen. Sparta was een drijvende kracht achter de oprichting van de KNVB. Sparta legde nauwe contacten met Engeland, het moederland van het voetbal, om de sport te leren spelen en organiseren. Sparta stond aan het begin van het nationale elftal: de eerste coach was Spartaan, de eerste thuiswedstrijd van het nationale elftal was op het veld van Sparta. Sparta was de eerste die professionele coaches aannam voor het team. In 1916 bouwde Sparta het Kasteel, het eerste en mooiste voetbalstadion van Nederland.
Voetbal was nieuw. Alles moest worden uitgevonden en ontwikkeld om deze mooie sport een stevige basis te geven. En Sparta was de motor van dit begin, niet met het aantal titels (HVV was hier beter), maar met ideeën, creativiteit en leiderschap.
Die tijden zijn al lang voorbij. En toch is Sparta al die jaren gehecht gebleven aan die vroege tijden. Dat had een goede en een slechte kant. De goede kant: het maakte Sparta sympathiek. De slechte kant: het maakte Sparta niet succesvol.
Andere clubs wisten de club in te halen en beter te worden (helaas ook een hier in Rotterdam, ik ben de naam vergeten). Sparta miste steeds meer de aansluiting: de modelclub werd een meeloper. Of zelfs slechter.
Uitvinder van het voetbal
Maar het bijzondere van deze club bleef en dat maakte het sympathiek: deze club heeft het voetbal in dit land uitgevonden en groot gemaakt! Ondanks decennia van wegloopvoetbal, ondanks verschillende degradaties, ondanks het bijna faillissement in 2004: Sparta bleef die bijzondere club uit de archaïsche tijden van het voetbal, met torentjes en stenen apen bij het stadion, met een pathos beladen volkslied dat bij elke wedstrijd begeleid wordt door zwart-wit beelden uit de gouden tijden.
Waarom raken mensen enthousiast over deze club? Voor 135 jaar? Mensen raken enthousiast over deze club omdat het echt is en een geschiedenis heeft. En hoe meer de club erin slaagt iets te maken van deze geweldige en spannende geschiedenis, hoe meer mensen deze club zullen ontdekken.
Dit geldt zeker in deze tijd, waarin de voetbalwereld steeds meer vercommercialiseerd, kunstmatig en nep wordt. Waar steeds meer mensen dit pompeuze theater zat zijn en weer verlangen naar iets echts.
Hier kan juist een club als Sparta dit “echte” bieden. En – en dat is het spannende – er ook nog geld mee verdienen. De “Ode aan de Nacht” liet prachtig zien hoe het werkt om het verleden tot leven te wekken.
Oorsprong is altijd ook toekomst
Van de Duitse filosoof Martin Heidegger komt de zin: “Oorsprong is altijd ook toekomst.” Je kunt je wortels niet verloochenen. Je blijft altijd gebonden aan waar je vandaan komt. Maar juist met dat verleden moet je verder. En hoe duidelijker je je verleden kent, hoe beter je verder kunt. Naar de toekomst. Oorsprong is altijd ook toekomst. Ook en vooral voor Sparta.
Het verleden is niet zomaar voorbij, het leeft voort. Het is het kapitaal van deze club, de identiteit, het profiel. Sparta moet daar gebruik van maken.
Van historie en romantiek alleen kun je niet leven, dat is duidelijk. Maar als je geschiedenis en romantiek goed kunt gebruiken, wel. Commercialisering is slecht als het vernietigt wat er is. Maar commercialisering is goed als het zin geeft aan wat er is. Hier heeft Sparta veel te bieden met deze geschiedenis. 135 jaar niet als verleden, maar als toekomst.
Met Jules Deelder zelfs tot aan de hemelpoort
Vroeger of later ga je dood
Dat staat als een paal boven water
Zo oud als Sparta word je nooit.
En als je gaat is het je tijd geweest
Dat is een ding dat zeker is.
Zo niet ofter een hemel is
maar álster een is
dan zal je zien dat de Hemelpoort
– o! brok in ons keel –
verdacht veel weg heeft van het Kasteel.
Gefeliciteerd, Sparta, en alle goeds voor de toekomst!