In het spelershome van Sparta staan drie stoelen waarop gebankdrukt wordt. Fräser deed het voor aan AD-journalist Dennis van Bergen. Op twee manieren kun je drukken. Voeten op de grond (zwaar) en met opgetrokken voeten waardoor je je rug ontziet. De trainer vertelt over leven voor het voetbal of leven van het voetbal. Een samenvatting van het interview met de realistische kijk van Fräser.

Het gaat in het interview in het AD over pamperen en pappen en nathouden. En zaken waarvan Henk Fräser vindt dat die normaal zouden moeten zijn, maar die dat onder de huidige profvoetballers niet zijn. “Misschien is hij wel een gewoon een oude lul”, aldus de 52-jarige oefenmeester, geboren in Paramaribo. En misschien bestaat de redactie van ITWM tegenwoordig ook uit oude lullen. Met een gemiddelde leeftijd van 43,5 jaar (met dank aan Semper met zijn bijna AOW-leeftijd) zijn we twee keer zo oud als een gemiddelde profvoetballer. Enfin.

Henk Fräser noemt drie Sparta-spelers met naam. Rayhi, Laros Duarte en Bart Vriends. Jongens die er dagelijks alles uithalen. Maar daardoor valt het gedrag van andere profs juist op, ziet Fräser. “De boys willen behandeld worden als sterren, maar niet de daarbij horende verantwoording nemen. Kijk eens naar de clubs die strijden om handhaving in de eredivisie. Hoeveel spelers zouden er zijn die denken: ‘Mijn gekloot op het veld kan leiden tot het ontslag van mensen op het kantoor?’ Bij degradatie is die loyaliteit spontaan verdwenen, joh. Dan zoeken ze wel weer een andere club waar alles voor ze wordt geregeld.”

Fräser hekelt ook zaakwaarnemers die aan de telefoon hangen als ‘hun’ spelers wat pijn hebben geleden tijdens trainingen. Onze trainert geniet van zijn vak, en van Sparta maar worstelt met de omgang met zijn spelers. Juist omdat hij de mentaliteit die voor hemzelf vroeger zo vanzelfsprekend was, steeds minder terugziet, schrijft het AD. “We zijn het zo niet meer gewend om kritiek te krijgen, dat elke goedbedoelde opmerking meteen als aanval voelt.”

In het interview stipt hij de Zwarte Piet-discussie aan. Niet bepaald een onderwerp waarin gepolderd wordt. “Men voelt zich wel erg snel gekwetst, moet je echt meteen de discriminatiekaart trekken? En moet die andere groep nu echt zo fanatiek in het verweer komen omdat Piet nu rood, paars of geel wordt.”

Toch zijn we te ver doorgeschoten met polderen, vindt de trainer. Als zoon van een militair hield hij zich aan de hiërarchie. Naar een politieman en leraar had je te luisteren, klaar. “In de voetbal verdwijnt de hiërarchie. Iedereen mag overal mee meepraten, er wordt rekening gehouden met ieders bezwaren en problemen. En daardoor, ontstaat een pappen-en-nathouden-mentaliteit.”

Meer realistische zinnen van Fräser lezen? Koop die krant.

Abonneer
Abonneren op
0 Reacties
Inline Feedback
Bekijk alle reacties