ITWM Boekrecensie – Derby aan de Maas

Als ITWM redacteur heb je het nogal eens te doen met niet alledaagse niet onderbouwde reacties van supporter. Zelf wil je daar veelal van wegblijven, maar soms is het ook wel een beetje onmogelijk en ben je ook wel een beetje afhankelijk van aannames die je moet doen. De wereld van het professionele voetbal is niet heel erg transparant, niet voor journalisten en al helemaal niet voor supporters die een website bijhouden.

Maar als er over voetbalgeschiedenis gaat dan wordt het allemaal iets makkelijker. Er zijn geen directe commerciële belangen in het spel en tegenwoordig is er een scala aan mogelijkheden om openbaar onderzoek te doen naar de geschiedenis van welk onderwerp dan ook.

Op deze wijze is ook het boek Derby aan de Maas geschreven, waarbij de 32-jarige Feyenoord supporter Pieter Verkaik van nagenoeg al opgeschreven verhalen aan bronvermelding heeft gedaan. Zover wij hebben kunnen nagaan is de schrijver van dit boek dat in twee versies uit is gegeven (er bestaat een editie voor zowel Spartanen, als een voor supporters van die andere club) minimaal 3 jaar bezig geweest om te komen tot zijn meer dan 400 pagina’s lange verhaal over de stadsderby van Rotterdam.

Ondanks dat Verkaik dus Feyenoord supporter is, is hij behoorlijk neutraal in zijn schrijven rondom de geschiedenis van deze derby. Verwacht dus geen partijdigheid in dit boek, maar wees wel voorbereid dat de boodschap niet altijd even zaligmakend voor Spartanen zal zijn. Feit is dat we in de totaalbalans van de gespeelde derby’s tot dusver er gewoonweg niet top uit komen. Daarbij heeft Sparta de status van topclub in de jaren 1960 grotendeels door eigen toedoen om zeep heeft geholpen. Sommige waarheden zijn hard, toch raden we aan om het boek te lezen en te begrijpen waarom Sparta belangrijke slagen gemist heeft.

Het boek staat in het begin veel stil in de jaren 1920 van de vorige eeuw. In die tijd krijgt de derby gestalte omdat de havenarbeiders club uit Zuid het steeds beter gaat doen. Daarvoor willen de bestuurders van Sparta geen eens uitkomen tegen een club, die louter bestaat uit plebs van het hoogste gehalte. Maar in de tijd dat Feyenoord beter gaat presteren wordt de derby dan ook steeds meer een wedstrijd waar het om zal draaien in het Rotterdamse. Met rivaliteit alom: als de besturen van de clubs elkaar een oor aan kunnen naaien zullen ze het zeker niet laten.

Sparta, dat voor die tijd een enorm stadion heeft leeft ook bovenal op recettes, waarbij een deel van die recettes voortvloeit uit wedstrijden waarbij het stadion aan andere clubs verhuurd wordt. Een afroom scenario van meer dan 30% is meer regel dan uitzondering voor Sparta. Hoe anders wordt dat als de Kuip geopend wordt. Is het in de beginjaren na de opening (crisis, oorlog, wederopbouw) is het nog moeilijk voor de stadionclub om inkomsten uit verhuur te halen, daar wordt men steeds beter in. Het bestuur van Sparta walgt ervan en spreekt vele malen zijn afkeur hierover uit.

Om de tegenaanval in te gaan zijn de Kasteelbewoners van plan een immens stadion in Spangen te laten verrijzen dat kan concurreren met het stadion op de Linker Maasoever.. Dat begint met de bouw van de megalomane Schietribune, welke de aftrap moet zijn van een gigantisch bouwwerk dat plaats zal bieden aan 50.000 toeschouwers. Helaas voor onze club komt deze tribune alleen vol te zitten als de derby gespeeld wordt. De Feyenoord fans zijn dus kassa en een belangrijke bron van inkomsten voor de penningmeester van Sparta. Gelukkig leven we nu in andere tijden en zijn de tribunes bij de derbys op Het Kasteel grotendeels gevuld met Spartanen!

Het boek vertelt ook veel over spelers die wel dan niet gewenst van de ene club naar de andere vertrekken. Ok Formannoy, Hans Venneker, Ed de Goey, ze komen allemaal voorbij. Meest opmerkelijk is en blijft de overgang van Tinus Bosselaar naar Zuid waarna hij weer terugkeert op zijn nest in West. Een overgang die net zoveel opzien baarde als die van Cruijff naar Feyenoord en Wim Jansen naar Ajax. Alleen dan binnen onze eigen stadsgrenzen. En dat die Tinus Bosselaar Feyenoord dan ook nog eens in seizoen 1959-60 zeer belangrijke punten ontneemt door in de laatste minuut een onterechte penalty er in te schieten wordt alles wat Feyenoord is gek. De scheidsrechter moet ontzet worden, de flessen bier en kussentjes vliegen massaal richting het veld. Een echte bizar moment wat je als Spartaan op dat moment kan koesteren. Net zoals in seizoen 1995-96, wanneer Dennis de Nooijer op aangeven van zijn broer met Pasen Sparta ten koste van Feyenoord naar de finale van het KNVB bekertoernooi weet te schoppen!

Geen overgangsperikelen, maar misschien wel de stomste fout die Sparta bestuurders ooit gemaakt hebben, is het af laten ketsen van de komst van Coen Moulijn naar Sparta. Hij wilde zelf naar Sparta en zijn familie al helemaal. Die hadden niets met de lieden van de boerenzij op Zuid. In het boek wordt uitgelegd waarom een van Rotterdamse beste voetballers ooit dus niet naar Sparta kwam en uiteindelijk bij de aartsvijand terecht kwam. Het was Moulijn die als sterspeler de club op Zuid aan de hand nam om daar een club met een landelijke aanhang van te maken door het grote internationale succes te laten starten. Hoe anders had het kunnen lopen als Coen Moulijn Spartaan was geworden?

Ondanks dat we de Rotterdamse derby niet kennen van een wedstrijd met hoge mate van geweld zoals de bij Feyenoord – Ajax wel het geval is, is er in de geschiedenis van de derby best wel eens iets onaangenaams voorgevallen. Nu valt dat de laatste 25 jaar echt wel mee en is er nagenoeg geen sprake meer van incidenten. Juist in de voor vele geziene gemoedelijke jaren 1950 en 1960 van de vorige eeuw wil het nog wel eens uit de hand lopen bij de derby van Rotterdam. Ook dit kan je teruglezen in dit boek.

Ondanks dat de auteur dus echt veel uit de kast heeft gehaald tot feiten te komen missen wij wel nog wat stukjes over de rol van wijlen Hans van Vliet in dit boek. Zijn radio verslaggeving deed de gespannen derby sfeer ook wel naar een behoorlijk kookpunt op te pompen. Wat verder opmerkelijk is, dat wel veel het Vrije Volk is geraadpleegd om dit boek te schrijven, maar dat er nagenoeg niet uit het archief van het Rotterdams Nieuwsblad is gehaald. Dat is jammer, omdat deze krant juist net iets meer de ambtenarij en gegoede burgers wist te berichten. Maar daar het boek niet voor lezen, zou absoluut zonde zijn.

Het boek wordt opgeluisterd door interviews met o.a. John de Wolf, Gerard de Nooijer, Hans Venneker, Peter Houtman, Jan Formannoy en journalist Hugo Borst. Allen vertellen ze wat de derby voor hen nu precies inhoudt en wat het met ze deed en nog steeds doet.

De geschiedenis van de club Sparta leer je nog beter kennen door dit boek te lezen. En wie de geschiedenis kent, kan leren van zijn fouten. En wie nog steeds de hoop heeft dat Sparta weer eens de grootste en beste club van Rotterdam zal worden kan wel eens gelijk krijgen. Los van het feit dat Sparta uiteindelijk subjectief genomen gewoon de “Club van Rotterdam is” sluit de auteur zijn werk mooi af met de woorden: “Niks ligt vast, alles kan gebeuren”.

Zo geldt het ook voor de derby van de mooiste stad van Nederland!

Jaap uit Rotterdam

Derby aan de Maas, paperback, � 24,95, ISBN 978-94-93160-10-1
verkrijgbaar bij:
Abonneer
Abonneren op
0 Reacties
Inline Feedback
Bekijk alle reacties