Kunnen we dit niet eens afstoffen? Ik mis dit zo in de spelers van nu…

Wat maakte vroeger een speler van SPARTA “typisch SPARTAANS”?

Technische verzorging en stijlvol spel

SPARTA stond bekend als een club waar verzorgd, technisch en stijlvol voetbal centraal stond. Geen opportunistisch geram, maar goed positiespel en combinatievoetbal.

Klassieke school en discipline

De SPARTA jeugdopleiding was decennialang toonaangevend. Spelers kregen daar discipline, tactisch inzicht en stijl mee – de beroemde SPARTA-moraal.

Fysieke degelijkheid gecombineerd met fatsoen

SPARTA-spelers waren vaak sterk, degelijk, maar zelden “schoppers.” Hard, maar wel sportief. Een SPARTA-speler had fatsoen en uitstraling.

Loyaliteit en clubgevoel

In het SPARTA van toen speelde je niet “eventjes” – veel spelers bleven jaren trouw. Men was trots om voor de oudste club van Nederland te mogen spelen.

Bescheidenheid, maar met trots

Geen kapsones, geen grootspraak. SPARTA -spelers spraken met hun voeten en lieten hun gedrag op én buiten het veld voor zich spreken.

De verpersoonlijking van het prototype SPARTAAN – die mijns inziens altijd veel te weinig waardering heeft gekregen. Wat mij betreft is hij iets ondergesneeuwd door personen als Rien Terlouw, Tonny van der Ede, Ad Verhoeven, Tinus Bosselaar en vele andere giganten van voor en na die tijd. Zoals ze na die blessure met hem zijn omgegaan is wat mij betreft een zwarte bladzijde in de SPARTAANSE geschiedenis. 

Ik heb het over Hans de Koning. Die trots om voor SPARTA te spelen. Hij vertelde mij dat hij voor de wedstrijd in de trein onderweg naar de Kuip al zijn warming-up ging doen. Ook was hij al veel eerder voor de training op het veld voor zichzelf aan het trainen. Wát een voorbeeld, hoe anders is dat nu. 

Ik meen me te herinneren dat hij had gezegd dat het ook een beetje de zenuwen waren. Omdat dit toch wel de wedstrijden van het jaar waren die voor hem er net iets bovenuit staken dan de wedstrijden tegen de andere topclubs. Het is zo lang geleden, het kan ook mijn fantasie zijn die nu met me aan de haal gaat. 

Hans de Koning als de verpersoonlijking van de klassieke SPARTA-speler. Hij was jarenlang een vaste waarde in het elftal (1952–1967), maakte meer dan 300 wedstrijden vol voor SPARTA en was onder meer onderdeel van het elftal dat in 1959 de landstitel pakte.

Wat maakte hem zo speciaal?

Betrouwbaarheid en leiderschap

Hans de Koning was een middenvelder met overzicht, rust en gezag vanwege zijn constante spel.

Tactisch inzicht en positionering

Hij was niet de snelste of de meest flamboyante, maar zijn plaatsing, timing en inzicht maakten hem onmisbaar. Hij wist waar hij moest staan.

Verzorgde opbouw van achteruit

In een tijd waarin verdedigers vaak alleen “ramden”, en dat dus niet paste bij het beeld zoals er gevoetbald moest worden had hij het vermogen om de lijnen voetballend uit te zetten – zoals hierboven al benoemd; typisch SPARTAANS.

SPARTAANSE trouw en clubhart

Hij speelde zijn hele carrière bij SPARTA, hij ademde SPARTA. Dat was zó voelbaar in zijn praktijk. Ik vond het altijd weer grandioos in zijn praktijk. Hoe druk hij het ook had. Als het even kon had hij weer iets tevoorschijn gehaald van vroeger om te lezen of even naar te kijken. Die actiefoto’s van tijdens wedstrijden op het Kasteel, de Kuip, Ibrox en andere stadions. 

Stil charisma

De Koning was geen man van grootse gebaren, maar had een zekere waardigheid – een speler waar je als supporter gerust op was.
Hans de Koning was geen man van grootse woorden. In een tijd waarin het voetbal langzaam opener werd, bleef hij een toonbeeld van degelijkheid en stille kracht. Hij was de rots in de branding, het fundament waarop men bij SPARTA  gerust kon bouwen. Meer dan 300 wedstrijden in het rood-wit, een landstitel in 1959, en talloze duels waarin hij met slimme intercepties en feilloze plaatsing het verschil maakte zonder ooit zelf echt in het middelpunt te staan.

Hoewel Hans de Koning bekendstond om zijn rustige uitstraling en tactisch inzicht, was hij op het veld ook een keiharde speler wanneer het moest. Zijn verdedigende werk, en vooral zijn slidings, waren een kenmerkend onderdeel van zijn spel. Voorop in de strijd, het toonbeeld van SPARTAANSE onverzettelijkheid.

De perfect getimede slidings – hard, compromisloos, maar zelden over de schreef. Scheidsrechters respecteerden hem, juist omdat hij de grens kende. Geen show, maar doelgericht Zijn slidings waren niet voor de sier of het publiek. Het was een noodzakelijk wapen in balverovering, uitgevoerd met precisie.

Fysiek sterk en stevig in de duels. Ondanks zijn rol als linkermiddenvelder had hij de harde mentaliteit van een verdediger. Hij was niet bang om de vuile meters te maken of de strijd fysiek aan te gaan.

Klassiek Spartaans element, de combinatie van techniek én hardheid past perfect bij het klassieke Sparta-DNA: stijlvol als het kon, keihard als het moest.

Buiten het veld was hij even rustig als binnen de lijnen. Geen held van de krantenkoppen, wel een held van Het Kasteel. Jongens uit de jeugd keken naar hem op. Niet omdat hij zich opdrong, maar omdat hij belichaamde wat Sparta wilde zijn: technisch verzorgd, sportief, trouw en met het hart op de juiste plek. 

Hans de Koning was niet zomaar een speler, hij wás Sparta.

Abonneer
Abonneren op
24 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedback
Bekijk alle reacties