Waar zijn we bang voor?

Na zondag 28 april stroomden er op ITWM meer dan 200 reacties binnen na de driepunter tegen FC Volendam. Een wedstrijd die ons op de 8e plaats bracht, met een totaal van 43 punten. Een gemiddelde van bijna 1,4 punt per wedstrijd. Normaal gesproken zijn dat aantallen waar Spartanen zeer tevreden mee zijn. Maar de reacties op ITWM logen er niet om. Chagrijn, verveling, passiviteit, defaitisme. “We hebben in de play-offs niets te zoeken”. Zijn we zo verwend? Zijn we zo kort van geheugen? Natuurlijk zijn we dat: we zijn opportunistische voetbalsupporters. Maar er zit waarschijnlijk een kern van terecht onbehagen in deze sceptische reacties. Een sluimerende angst is aanwezig op basis van ervaringen uit het verleden. Tijd om te onderzoeken: waar zijn wij toch zo bang voor?

Aldus weer tijd voor een duik in de afgelopen decennia. Voor eenieder die geboren is na 1990 of pas in deze eeuw betrokken is geraakt bij onze prachtige club. Zodat we onze collectieve nervositeit wat beter begrijpen. Via enkele barre episodes komen we uiteindelijk bij de zes seizoenen die Spartanen de littekens hebben bezorgd die op dit moment het meeste jeuken (voor de verhaallijn doe ik even net of iedere Spartaan van voor 1990 is, maar laat gerust in de comments het perspectief van de jongeren horen).

Huiveringwekkende transferzomers 2021 en 2017

Besef je wel, dit is nog maar de warming-up. Het wordt vanzelf enger. In de zomer van 2021 waren we goedgeluimd na het beste seizoen in 25 jaar. Met 47 punten en een fabuleuze eindsprint was het er reden om met zelfvertrouwen naar het volgend seizoen te kijken. Vito van Crooij was een vroege en logische aankoop. Maar Harroui werd maar niet verkocht en Henk van Stee pokerde tot het einde van de transferdeadline. Het belangrijkste resultaat was een zekere Mohammed Osman en een Griekse horeca expert. Met een Remontada in mei 2022 was de zomer van 2021 er uiteindelijk een om achteraf dankbaar voor te zijn. If it doesn’t kill you, it makes you stronger, tenslotte.

De zomer van 2017 was al akeliger. Nadat Jaap Sneep de wacht was aangezegd werden spelers als Bambock, Dobson, Holst, Proschwitz, Volas en Marfelt aangetrokken. Menig supporter (ikzelf overigens niet) zag de bui al hangen. In december was de maat vol voor Alex Pastoor na zeven tegengoals binnen 90 minuten. Uitstel van executie werd bijna afstel na een goal van Spierings. Maar de felle warmte, lamlendig verdedigen en vooral scheidsrechter Higler beslisten anders. Het is dat we op 29 mei 2019 Auassar zagen binnen knikken. Zonder die goal hadden we nu ook zomaar aan ons zesde KKD seizoen moeten gaan denken. Maar die goal viel wel, dus de zomer van 2017 zal toch niet de reden tot gestress in 2024 zijn?

Permanente achteruitgang, maar minder vergelijkbaar met nu

Zijn we dan niet bang voor de glijvlucht, zoals die tussen begin november 2009 en mei 2010? In de herfst van 2009 hadden we een slechte trainer, veel punten en veel talentvolle spelers. Aan het einde van het seizoen hadden we een legendarisch slechte trainer, geen punten en waren onze groeibriljanten sterk in prijs verlaagd. In plaats van een stabiliserend zesde eredivisie seizoen zouden we zes jaar moeten wachten op promotie. Zijn we hier dan bang voor? Ja natuurlijk, we zullen altijd vrezen voor een herhaling van 16 mei 2010. Maar de Aad de Mos episode was niet alleen een oorzaak van moeilijke tijden, hij was ook slechts een symptoom. Dus nee, we zijn op dit moment niet specifiek bang voor een Guyon Fernandez moment.

En nee, ook de periode 1986-1991 is niet een reden voor angstzweet bij uw schrijver van dienst. De eerste reden daarvoor is dat ik toen mijn eerste seizoenen op het Kasteel beleefde. En kinderen accepteren de situatie zoals die is. Ik had dus geen enkele hoop op een penaltyreeks in een Noord-Duitse havenstad of een derbywinst. Onze status van subtopper was in de jaren ’70 al afgezwakt tot de status van een stabiele middenmoter. In de jaren ’80 lagen alle clubs aan het gas en clubs konden simpelweg geen strategische achterstand oplopen. Trefwoorden: Heizel drama, betonnen staantribunes, lage toeschouwersaantallen (ook bij Ajax en Feyenoord) en een de hele eredivisie in minder dan 45 minuten op TV, op zondagavond. Dat is de reden dat het waarschijnlijk niet deze periode is die de ervaren Spartaan doet klappertanden.

Dit dus, dit is het déjà vu dat knaagt

Nou vooruit, was is dan de ultieme nachtmerrie voor Spartanen ouder dan 35 jaar? Wat is dan toch de periode die de club heeft beschadigd? Die de omvang van het stadion, de groei van de begroting, de vitaliteit van de jeugdopleiding en de kwaliteit van de selectie voor jaren negatief heeft bepaald? Welnu, dat was de periode tussen 1996 en 2002. De periode waarin een buitengewoon goed seizoen (1995-1996) niet kon worden vertaald in langjarige stabiliteit. In april 1996 werd nog gesproken over een “sleeping giant” en een begroting “die zo snel mogelijk naar 10 miljoen gulden zou groeien”. Het bleken succesdronken uitspraken. Gelukkig bleven we mede door Leonard Geluk op Spangen. Maar het werd evengoed de periode waarin clubs in de provincie ons definitief voorbij staken. De periode waarin we onze status als permanente eredivisionist verloren. Een lange “linedance” volgens het principe: “een stap naar voren, twee stappen terug.

De zes jaar tussen 1996 en 2002 in vogelvlucht

1996-1997

In april 1996 zat Peter van der Burg nog lachend op de foto met Dennis en Gerard de Nooijer, maar in de zomer van 1996 kreeg hij het voor elkaar dat sterkhouder Nico Jalink naar NAC vertrok (luister de FC Rijnmond podcast met Nico er nog even op na). Misschien wel het meest ontnuchterende aan die episode was het bezoek aan het nieuwe NAC stadion in augustus 1996. Het was het zoveelste bewijs, na Willem II, Vitesse en Heerenveen, dat een club ons was voorbijgestreefd in status en budgettaire mogelijkheden. Af en toe volgde er nog een leuk potje, lees bijvoorbeeld deze bijdrage uit het ITWM archief. Maar met name in november en december 1996 kwam de klad er in (Dennis de Nooijer had een auto ongeluk gehad, dat hielp niet). Henk ten Cate bevestigde de status van Vitesse als meest gehate club in Rotterdam-West door oostwaarts te gaan. Op basis van spelvreugde en met een herstelde Dennis werden in de laatste 7 wedstrijden nog 10 punten verzameld, onder interim trainer Dolf Roks.

1997-1998

De plannen voor een nieuw Kasteel kwamen in het najaar van 1997 tot wasdom en ook op het veld was het best OK. Misschien kon Hans van der Zee wel uitgroeien tot de nieuwe Ten Cate! Met een goede van John Nieuwenburg, Mourad Mghizrat en Jochem van der Hoeven stonden we opeens weer even 7e. Op 18 april 1998 was de laatste thuiswedstrijd op het oude Kasteel. De toekomst lachte ons nog heel even toe, totdat in juni 1998 duidelijk werd dat de de Nooijer broers naar Heerenveen zouden verkassen. Het was de realiteit van de jaren ’90 die we kenden. Zoals we eerder ook Edwin Vurens of Glenn Helder hadden moeten verkopen aan ploegen die in de jaren ’80 nog de eerste divisie hadden gezien. Een nieuw stadion, ja. Maar we waren op zijn best nog een middenmoter.

1998-1999

Nee, dat waren we eigenlijk ook al niet meer. In augustus 1998 was er de beruchte “videoband-aankoop” van Romeo Wouden. Erik Tammer was geen hit en Ali moest zijn draai nog vinden. Op het half gesloopte kasteel met het reeds gedraaide veld voelden we al vroeg aan dat dit een heel taai seizoen zou gaan worden. Hans van der Zee werd in december ontslagen nadat degradatie een reëel scenario was geworden. Met Jan Everse werd in ieder geval een vechtersmentaliteit verwacht, maar die kwam er slechts af en toe. Vooral tijdens de wedstrijden op Woudestein, bijvoorbeeld tegen RKC, sloeg de degradatiestress voor het eerst sinds 1949 in alle hevigheid toe.

1999-2000

In de zomer van 1999 was er dan alsnog het nieuwe stadion, en dat zonder te degraderen! Wat er aan uiterlijk was verbeterd, was echter aan zelfvertrouwen verloren gegaan. Het krakkemikkige oude Kasteel was juist een perfect decor gebleken voor onbevangen voetballers die zich onttrokken aan poenerig gedrag. Maar Sparta kon zich niet meer verstoppen aan de steeds commerciëler wordende voetbalwereld. Al deed Jan Everse dat wel na een 3-6 nederlaag (3-1 voor vlak voor rust, let wel) tegen AZ. In zijn plaats kwam wederom Dolf Roks, die het dit keer meer dan een jaar zou volhouden als hoofdtrainer. Inmiddels waren we voorbij gestreefd door niet alleen de groeiers uit Heerenveen, Tilburg en Arnhem, maar ook door Roda JC, Fortuna Sittard en FC Utrecht. Met een opgefleurde Bram Marbus en Michel Langerak werden we opeens toch nog 13e.

2000-2001

We stonden even gewoon in de top-3 na een onverwachte 3-0 tegen een team van Co Adriaanse uit de hoofdstad. Vervolgens was het helemaal niets meer. Vrij onverwacht werd Dolf Roks in februari vervangen door een Willem van Hanegem die zich geroepen voelde om onze club van naderend onheil te redden. Met 7 punten uit 3 wedstrijden leek het lek boven, ook vanwege de nu definitief ogende doorbraak van Nourdin Boukhari. Een monsteruitslag in Amsterdam sloopte het broze vertrouwen echter vakkundig. Gelaten werd een nieuwe nacompetitie geaccepteerd. Niet alleen een gerehabiliteerd NAC, maar ook een NEC en zelfs RKC wekten de indruk dat ze ons als club voorbij waren gestreefd. Het stukje grond waarop Sparta zijn geboorterecht op een eredivisieplek had gefundeerd werd kleiner en kleiner. Met o.a. een wonderlijke 3-4 op Woudestein was onze status als eredivisionist nog gered. Voor een laatste jaar, zo bleek later.

2001-2002

Met Frank Rijkaard als trainer en Aron Winter als aanvoerder was er in de zomer van 2001 opeens het gevoel dat we als club weer richting de middenmoot konden groeien. De beginmaanden brachten nog een puntengemiddelde van boven de “1” per wedstrijd. Het voetbal was echter nog sterieler dan in de vorige seizoenen. Als er al werd gewonnen, leken de spelers nog meer verbaasd dan de supporters. Een reeks gelijke spelen rond de jaarwisseling bood nog hoop op een goede toekomst. Met een Mendes da Silva, Koevermans en Boukhari liepen er talenten rond waarmee gebouwd kon worden. Maar de voortekenen voor degradatie waren onmiskenbaar. Een blik zouteloze voetballers zonder ervaring of teamgevoel (Conteh, Sanou, slechtste Spartaan aller tijden Regi Blinker). Dikke pech in sleutelwedstrijden. Ruzie in de kleedkamer. Uiteindelijk een dieptepunt voor menig Spartaan in de vorm van een kogelbrief aan de trainer. Een zielloze nacompetitie. RBC en Excelsior waren beter dan wij.

Ik vermoed dat deze zes seizoenen iedere Spartaan van boven de 35 jaar oud permanent achterdochtig maken. Het heeft ons doen beseffen dat een vitale club met karakter in enkele

seizoenen kan verglijden tot een lege huls van zichzelf. In Kerkrade, Breda en Den Haag weten ze inmiddels precies wat dit betekent. Het is terecht om de sleutelrol van de trainer hierin te benoemen. Trainers als Johan Neeskens, Foppe de Haan, Bert van Marwijk, Sef Vergoossen, Ronald Koeman en ook weer Ten Cate bij NAC stuwden teams in die jaren naar een stevige positie in het linkerrijtje.

Tussen hoop en alertheid richting 2025

Er staat geen soldaat voor mijn deur, er vallen geen bommen rond mijn huis en ik heb genoeg te eten. Een stichtelijke relativering is wel op zijn plek in deze tijd. Echte angst komt nooit door een potje voetbal. Maar toch zullen de door de wol geverfde Spartanen nog niet gerust zijn op de start van seizoen 2024-2025. Voor de komende jaren is de vrees dat Sparta zijn huidige prachtige positie niet kan consolideren. Positief vermogen? Eigen stadion? Nummer 5 merknaam in Nederland op sportgebied? Op basis van 1996-2002 weten we dat het kan verkeren.

Op korte termijn gaat het natuurlijk vooral over Jeroen Rijsdijk. De vraag wie trainer moet zijn van Sparta is op dit moment maar net iets makkelijker dan in april 2022. Maar de vraag is moeilijker dan in juni 2023. Bijna niemand op ITWM zal de situatie in de kleedkamer goed kunnen beoordelen. Misschien is Jeroen Rijsdijk nog steeds de beste keuze, zoals hij dat op 3 juli 2023 wat mij betreft zeker was. Maar misschien is het voor de mens en club het beste om een nieuwe hoofdtrainer te benoemen, om problemen in het komende seizoen voor te zijn. Of desnoods iets van een scenario al klaar te hebben. De komende 3, 4 of 5 wedstrijden bepalen mede het antwoord op de trainersvraag. We wensen Gerard Nijkamp veel wijsheid toe.

In de periode 1996-2002 zijn er twee trainers wiens situatie vergelijkbaar was met die van Jeroen Rijsdijk nu. Hans van der Zee is sympathiek en was aanvankelijk succesvol. Hij ging ten onder omdat zijn beste spelers vertrokken. Dolf Roks is sympathiek en was aanvankelijk succesvol. Hij ging ten onder omdat de andere ploegen ons sportief voorbij streefden. Zowel het vertrek van spelers als een sterkere sportieve tegenstand is het komende seizoen te verwachten.

Hoe alert Sparta op lange termijn zal moeten zijn, zal duidelijk worden als het lot van clubs in de huidige KKD wordt beslist. Clubs als FC Groningen, NAC en Willem II hebben nog steeds een hogere potentiële begroting dan wij. Clubs als Cambuur, de Graafschap en Roda JC kunnen met een talentvol bestuur in goede seizoenen boven ons eindigen. Tenminste, als binnen Sparta de plank stevig wordt misgeslagen. In de afgelopen decennia is dat regelmatig gebeurd, maar in de afgelopen jaren niet. Voorlopig wijst niets op een mispeer van ons bestuur. Laten we daarom voorlopig maar blij zijn met onze 43 punten.

Abonneer
Abonneren op
46 Reacties
nieuwste
oudste meest gestemd
Inline Feedback
Bekijk alle reacties