
Een derby met een staartje
Op 15 november 1970 gebeurde er iets opmerkelijks tijdens de wedstrijd Sparta-Feyenoord op Het Kasteel. Niet het spel, maar een onverwachte luchtaanval stal de show. Feyenoord-keeper Eddy Treijtel trapte de bal met zoveel kracht naar voren dat hij een meeuw uit de lucht ramde. De vogel viel dood neer. Sindsdien staat Treijtel in de geschiedenisboeken als de man die een meeuw omlegde met een doeltrap.
Museumstrijd om een vogel
Ruim vijftig jaar later is die gevleugelde pechvogel uitgegroeid tot een legendarisch museumstuk. Honderden voetbalfans komen jaarlijks naar Rotterdam om met de opgezette meeuw op de foto te gaan. Alleen is er één probleem: zowel het museum van Feyenoord als dat van Sparta claimt dat hún meeuw de échte is. Het gevolg? Een pittige strijd om de waarheid.
Treijtel weet het ook niet meer
De clubs konden het niet eens worden en riepen daarom de dader zelf op: Eddy Treijtel. Kon hij nog herkennen welk beest hij in 1970 uit de lucht knalde? Helaas. Na wat turen, voelen en ruiken, moest Eddy het antwoord schuldig blijven. “Weet ik veel,” zei hij, “vraag het een vogelexpert. Bel Hans Kraaij of Guus Meeuwis!”
Enter: Freek Vonk
De columnist – Sander de Kramer – besloot de suggestie van Treijtel serieus te nemen en stuurde een digitale meeuw (een “e-meeuw”) naar bioloog Freek Vonk. Die barstte naar verluidt in lachen uit toen hij de twee opgezette vogels bekeek. De conclusie? Geen van beide is de meeuw van toen. De ene is een Zuid-Siberische windklapper, de andere een Griekse Wiekschieter. Twee soorten die helemaal niet in Nederland voorkomen.
De moraal van het verhaal
De vermeende waarheid over de Treijtel-meeuw blijkt dus niet beslecht. Wat resteert is een heerlijk stukje voetbalfolklore – en twee opgezette vogels die meer op toneelstukken lijken dan op waarheid. Een typisch Rotterdams verhaal met een knipoog, geschreven door Sander de Kramer in zijn column in De Oud Rotterdammer van 15 april.