
Na ons kampioenschap in 2016 noemde toenmalig burgemeester Aboutaleb Sparta “de liefste club van Rotterdam”. Dat voelde voor veel Spartanen wat betuttelend, maar toch snapt iedereen wat Aboutaleb bedoelde. Bij Sparta is immers iedereen welkom en gedragen we ons fatsoenlijk. Raddraaiers gaan naar Zuid of andere clubs, zo wil het cliché. Waarom zagen we dan tijdens Sparta–Ajax ineens intimiderende Nederlandse vlaggen op de Dennis Neville-tribune?
Sparta is een veilige club met een diverse achterban – en moet dat blijven
Dat het cliché van de lieve club niet altijd opgaat, weten we al langer dan vandaag: na onze laatste degradatie werd Thomas Verhaar letterlijk het shirt van zijn lijf gerukt en twee seizoenen terug werd tijdens Sparta-PSV “Xavi Simons is homo” ingezet op de bekende melodie van The White Stripes. In het eerste voorbeeld werden de onverlaten echter door de rest van het stadion toegezongen en weggezet als “Feyenoordpubliek” en ook over het Simons-spreekkoor maakten de Dennis Neville en de Kasteeltribune direct kenbaar dat het onacceptabel was – waarna het verstomde.
Dat zelfcorrigerend vermogen past bij het soort club dat wij zijn. De veiligste club van Nederland, geworteld in Spangen – een wijk waarin mensen met veel verschillende achtergronden met elkaar leven. Wij hebben samen gejuicht voor Ali El Khattabi en Nourdin Boukhari en we juichen nu samen voor Kitolano en Mito. Tot vorig jaar was Saito het nationale troetelkind van Spangen.
Nederlandse vlaggen zijn een uiting van intolerantie en uitsluiting en moeten geweerd van de tribune
Daarom doet het pijn dat een klein groepje supporters het kennelijk nodig vond om Nederlandse vlaggen te tonen tijdens Sparta – Ajax. In de context van de gebeurtenissen van de afgelopen weken – zoals de spreekkoren van Feyenoorders in ons uitvak (inclusief vlagvertoon), de spreekkoren van Cambuur-supporters, de Els Rechts-demonstratie die finaal uit de hand liep – kan dit moeilijk anders worden gezien dan als een uiting van intolerantie, vooral richting mensen met een migratieachtergrond.
Dat past niet bij Sparta en het zou geen plek moeten hebben op onze tribunes. Het Kasteel moet een plek van saamhorigheid blijven, niet van uitsluiting.
Ik zit al meer dan tien jaar op dezelfde plek op de Kasteeltribune. De mensen om mij heen ken ik inmiddels dus ook al jaren. We slaan elkaar op de schouders als we scoren en we beuren elkaar op bij nederlagen. Maar niemand weet precies wat de achtergrond van de ander is, wat die ander stemt, of wat die verdient. Iedereen is gelijk, want iedereen is Spartaan. Alle politieke, culturele en sociale verschillen vervagen op de tribune. Dat is een groot goed en dat moet worden beschermd. Door als supporters en clubleiding in de huidige politieke context Nederlandse vlaggen toe te staan op het Kasteel, doen we juist het tegenovergestelde.
We geven daarmee ruimte aan mensen die groepen willen uitsluiten en we ondergraven datgene waar bekend om staan en moeten koesteren: die veilige, open en tolerante club.
Laat je trots als Sparta supporter zien met een rood-wítte vlag
Stellen dat de vlagdragers ‘slechts’ hebben willen tonen trots te zijn op Nederland, zou volstrekt ongeloofwaardig zijn. In de ruim 15 jaar dat ik bij Sparta kom, heb ik vrijwel nooit Nederlandse vlaggen gezien op de tribunes. Hooguit een enkele met een plaatsnaam in de witte baan geschreven – om aan te geven waar de supporters vandaan komen.
Bovendien staat het iedereen vrij om diens trots over Nederland te tonen, maar doe dat op een passende manier en binnen een passende context. Ikzelf ben er bijvoorbeeld trots op dat Nederland het eerste land was dat het huwelijk openstelde voor mensen van gelijk geslacht en dat het Internationaal Strafhof in Nederland is gevestigd. Die trots toon ik echter niet door een Nederlandse vlag mee te nemen naar Sparta, ik weet namelijk dat dat een heel verkeerd signaal afgeeft.
Daarom mijn oproep aan de supporters: Laat je rood-wit-blauwe vlag thuis. Neem je rood-witte vlag mee. Toon je trots op Sparta — en houd ons stadion van iedereen. Misschien kan de clubleiding een handje helpen door vlaggen uit te delen, zoals twee jaar geleden voor Sparta-Feyenoord gebeurde.
Joey Cramer