
Het Sparta virus heeft mij al zestig jaar te pakken en ik kom maar niet van deze ongeneeslijke ziekte af. Vooral de afgelopen vijfentwintigtwintig jaar waren zwaar. Drie keer degraderen, één keer kampioen van de KKD en één keertje zesde in de eredivisie. Daarmee moesten we het doen. Het is nu al zover dat sommigen het wel best vinden dat we zo af en toe eens degraderen, Sparta is volgens hen immers een kleine club. Dat laatste roept gevoelens in mij op die ik beter niet neer kan schrijven. Maar opgeven… Dat staat niet in mijn woordenboek. En wat nou kleine club!
De Succesperiode
Even ter herinnering: In 1959 werden wij landskampioen! Vanaf 1962 (de eerste keer dat ik naar Sparta ging) t/m het seizoen 1979/80, eindigden we, op een seizoen na, altijd bij de eerste tien! Onder andere twee keer derde, twee keer vierde en drie keer vijfde. We wonnen ook drie keer de KNVB-beker. Ook het decennia daarna (1980-1990) was er nog niet veel aan de hand. Zeven keer bij de eerste tien. We brachten spelers voort zoals: Tonny van Ede, Tinus Bosselaar, Hans Eikenbroek, Theo Laseroms, Charly Bosveld, Pim Doesburg, Jan van Beveren, Jurgen Kristensen, Louis van Gaal, Adrie van Tiggelen, Danny Blind, Georgino Wijnaldum, Denzel Dumfries. Hoezo kleine club? De laatste tien
jaar van de vorige eeuw werd het minder. Vier keer dertiende, één keer veertiende en toen… Zeventiende. De eerste keer vechten tegen degradatie, we overleefden.
Ambitie
Dat lijkt in de Sparta-organisatie een vies woord. We hebben altijd al zuinige penningmeesters gehad waarbij de huidige wel de kroon spant. Maar eerlijk is eerlijk, financieel zijn we kerngezond. Sportief gezien is er helaas weinig ambitie waarneembaar. Misschien is die wel verlamt door de bouw van de afschuwelijke Schietribune in 1962. In plaats van het dicht maken van de vier windhoeken, koos men voor een kolos van een tribune die ook nog eens achter de bestaand tribune geplaatst werd. Overigens was de gemeente Rotterdam daar de mede veroorzaker van. Veel toeschouwers konden de weg naar het kasteel, een koude winderige betonbak, niet meer vinden. Toch werd er eind vorige eeuw opnieuw gestart met, jawel, een ambitieus plan. Het oude stadion werd gesloopt, het veld een kwartslag gedraaid en het Kasteel werd opgenomen in het kleinere, intieme stadion wat het nu is en dat plaats biedt aan ruim 10.5000 toeschouwers. De toeschouwersaantallen namen toe met maar liefst 200 procent. Het kan dus wel!
Hoe nu verder?
Ondanks de vele negatieve reacties zijn er toch alweer 6500 seizoenkaarten verkocht en we hebben nog even. Maar… Het lijkt er op dat we weer gaan spelen om lijfsbehoud? Het afgelopen seizoen zijn we op miraculeuze ontsnapt dankzij een aantal dragende en gehuurde spelers van wie er inmiddels al zes weg zijn. En dan zijn er nog drie die mogelijk vertrekken. Daar staat tegenover een contractverlenging van een bijna 38-jarige, een tweejarig contract voor een 36-jarige en de terugkeer van twee spelers die niet aan de verwachting voldeden Kun je dat die 10.500 supporters die er elke keer weer zitten wel aandoen? Is er na al die herstelreparaties die afgelopen winter plaats vonden nog wel genoeg geld voor nieuwe spelers?
De toekomst
Ons stadion is uit zijn jasje gegroeid. Met name de horeca en sanitaire voorzieningen zijn van een bedenkelijk niveau en niet meer van deze tijd. Als we echt beter willen worden zullen er een aantal goeie spelers moeten komen. Dat betekent een groter stadion en meer inkomsten en dat kan alleen met een sponsor. Dus waarom nooit eens Heineken benaderd. De vorige eeuw schalde bij elke thuiswedstrijd het “Heerlijk Helder Heineken ” door de luidsprekers. Herinner ze daar eens aan. Heineken op de zonnepanelen van het nieuwe tribune dak geprojecteerd zodat ze vanuit de lucht en de ruimte gezien worden (hoeven wij ze niet te zien) in ruil voor de financiering van de verbetering en uitbreiding van het stadion. Ik noem maar eens wat geks. Maar ja iets gek doen bij Sparta…